Weer : Zonnig , Wind NNW, 2 bft
Duikers : Bart, Jeroen, Axel
Doel : Fotos van stations maken en monsters nemen.
Duur : 59 min
Lucht temp : 6 Celsius
Water opp temp : 7 Celsius
Water min temp : 6 Celsius
Fauna : Snoekbaarsje en jonge baarsjes op 14 meter diepte
Microfauna: Veel eenoogkreeftjes
Microflora: Asterionella , Fragillaria
Flora : Korte fonteinkruiden op het zand
Spronglaag: Geen.
Zicht: Redelijk
Vislood: Geen
Zie alle foto’s van deze duik.
Omdat ik vorige week zo dom was om de accu niet in mijn camera te plaatsen, wordt het nu de herkansing. Bart en Jeroen hebben er zin in en ze vragen of er nog een plan is. “Uhm, ja ik heb wel een plan”. Metingen hoeven dus niet want dat is dus vorige week al gedaan, maar we moeten nog wel even foto’s maken van de stations. Tevens ben ik benieuwd wat voor organismen er op en in de bodem zitten. Ik geef Bart twee monsterpotjes mee. We besluiten maximaal een uurtje te duiken en als het goed is , is dat voldoende tijd om alle stations te bezoeken. Jeroen is verkouden en gaat even aanvoelen of het klaren gaat. Mocht ie problemen hebben dan kan hij afhaken.
Het water ziet er aanlokkelijk heldergroen uit.
Onder het Paviljoen kun je amper een flauwe gloed daglicht opvangen van de andere kant. Het zicht is er dus nog niet helemaal hersteld. De zoetwatersponzen groeien op de palen erg goed, maar ook klokdiertjes. Het zijn die kleine witte wollige flutjes van amper een centimeter groot. Zie foto hieronder.
Voor diegene die het nog niet weten, klokdiertjes hebben de vorm van (je raadt het al) een klokje op een steeltje met minuscule haartjes op de rand van het klokje. Die haartjes gaan razendsnel waaieren. Dat wekt zo’n enorme stroming op dat bacteriën en andere kleine organismen naar het diertje worden gezogen. Er zijn klokdiertjes die een intrekbaar steeltje hebben, en als ze beet hebben, dan sluit het klokje zich en trekt het steeltje in een fractie van een seconde in. Dit is nog een oud filmpje https://youtu.be/m5mctGQ5LSk
Zo ronden we de de drie stations op de meetpaal af en merken dat het onder de 10 meter nog wat mistig is. De bodem is lichter van kleur geworden en er ligt geen witte bacterielaag meer op.
Het is wel verrassend dat we kleine baarsjes tegenkomen op 14 meter en verhip er zit nog een jonge snoekbaars tussen. Bij de caddy kan Bart het niet laten om via de ene portier door het raam van de bestuurderskant te kruipen. Met zijn ranke lijf kan hij er makkelijk doorheen.
Er groeien weer sponzen op de Sale en ze groeien goed, maar er zit momenteel geen enkele vis bij of in het wrak. Op de kikker voorop het dek groeien twee zakpijpvormige aangroeisels.
De grap is dat op de Regina Maris in de Zegerplas ook van dit soort structuren groeien op metalen kikkers. Waaruit het bestaat is mij een raadsel, want onder de microscoop ziet het er eiwitachtig / kalkachtig uit. Je zou bijna denken dat er een soort kokerworm in zit, maar toen we een kokertje van de Regina Maris onderzochten, zat er niks in.
Er wordt wel gezegd dat het het resultaat is van een reactie is van het metaal en (kalk)zouten in het water. Ik durf het niet te zeggen.
Ik zie deze groeisels nu pas, maar op de stationsfoto’s van SALE-VDL kun je zien dat deze aangroeisels er op 24-11-2019 ook al op zaten. Het is dan weer jammer dat ik geen foto heb van oktober van dit station. Zo zie je maar weer dat foto’s echt ontzettend waardevol zijn.
Tijd om de andere stations te bezoeken. Jeroen kan gelukkig klaren en met zijn drieën gaan we verder. O ja zullen we even de bodemmonsters nemen Bart? De handen zijn nu nog redelijke warm en soepel. Bart haalt de potjes tevoorschijn en schraapt een monster van het bodemoppervlak. Ik wijs hem de plek aan, waar hij een schep uit de grijze modder kan nemen. Jeroen helpt Bart met de potjes. Na het nemen van de monsters gaan we richting Station MP4 op 8 meter diepte.
De kabelhaspel staat er mooi bij trouwens en is klaar voor het voorjaar, hopende dat baarzen hun eieren er weer in gaan hangen. Dat doen ze als de watertemperatuur rond de 10 graden is geloof ik.
Kruipen of glijden
De kou begint al aardig te prikken zeg. Station MP4 lijkt zo’n saai station hè, maar schijn bedriegt. Oké, spectaculair is het niet te noemen, maar er gebeurd wel wat in de loop der tijd. Ook hier geldt weer dat de bodem dynamisch is en continue veranderd. Ik kijk dus onder andere naar de kleur en objecten die komen en gaan. Het doel was om bewegingen van mosselen te monitoren, maar dan zie je dat de klompjes met mosselen verdwijnen in augustus / september. Er liggen dan alleen nog maar lege schalen. Dan rijst bij mij de vraag of de samengeklonterde mosselen in die nu nog ondieper zitten domweg wegglijden naar de diepere gedeeltes of er heen “kruipen”. Een individuele Dreissena mossel kan namelijk heel goed kruipen. Zie onderstaande foto en er zit een filmpje bij. Als je je ooit afvraagt wat die kringelsporen in de bodem zijn….dat zijn wandelende mosselen. Een mossel heeft namelijk een voet, waarmee het zich kan voortbewegen, maar in een samengeklonterde groep wordt dat lastig met al die verschillende voetjes lijkt me.
Dat zal 2020 ons hopelijk laten zien, als dit frame wel of niet bevolkt gaat worden door mosselen.
Als je denkt dat je alles gezien hebt, vergeet het maar. Achter de meest ogenschijnlijke saaie dingen zit iets bijzonders. Wat ons nu ook opvalt zijn de aantallen bellenbronnen. Je weet wel, die eindeloze belletjes die uit de bodem komen. Dat zou betekenen dat bij deze koude temperaturen er toch iets van (rottings) gassen worden gevormd. Wat de samenstelling is van deze gassen weet ik niet, maar wellicht is dit ook weer een leuk experiment om het gas op te vangen en te kijken of het ontvlambaar is. Ik denk dat het methaangas is namelijk.
Het mosselstokkie
Dit is echt Project Baseline’s “Stick in the sand” principe. Doodsimpel, goedkoop en met verrassende resultaten. Zoek je als burgerwetenschapperduiker een station als er geen enkel object is in de buurt? Duw een stok in de bodem, maak telkens uit ongeveer dezelfde hoek een foto en hou dat maandenlang vol. Ons stokje staat er sinds 17-01-2016 tussen de 3-4 meter diepte. De insteek was hoe een mosselbank zich zou bewegen ten opzichte van dat stokje. Nu moeten we ook rekening houden dat mosselen gegeten worden door duikende vogels zoals meerkoeten, maar ook karpers schijnen ze te eten. Dat verklaart mogelijk de ineens kale plekken. Foto’s van het mosselstokje
Het stokje begroeid op een gegeven moment, maar wordt ook weer kaal.
Dat simpele station geeft nog veel meer informatie, namelijk plantengroei, doorzicht, neerslag van zweefvuil, aanwezigheid van andere fauna zoals diepslakjes of zelfs vlokreeften, en ook toestand van deze fauna. Staan de mosselen open met uitgestrekte sifons of zijn ze dicht. Zijn er jonge/oude mosselen of is er sterfte. Onderstaande foto’s laten de verschillen zien tussen in de periode mei van 2016 t/m 2019. Het is wel een punt van aandacht dat we foto’s consequenter op datum moeten gaan vastleggen. De twee foto’s van mei 2017 laten dat mooi zien wat er in 2 weken gebeurd. De foto van 5 mei 2019 is dus eigenlijk geen goed vergelijk, omdat er dus veel kan veranderen in 2 weken tijd. Toeval wil dat ik verschillende (onbeduidende) foto’s van van 19 mei 2019 waarbij de draadalgen ook te zien zijn. Dus ook 2019 zal in de derde week van mei ook veel draadalgen om het stokje hebben gezeten. 2016 en 2018 waren wel beduidend anders ten opzichte van 2017 en 2019.
Wat doen we met deze informatie? Kijk, naar mate de tijd verstrijkt en we extra middelen tot onze beschikking hebben, kunnen we steeds meer en meer verbanden proberen te leggen.
Ik bedenk mij nu ter plekke nu ik dit schrijf. Wat voor microfauna en flora zweeft er rond als mosselen wagenwijd open staan? Met het planktonnet en de microscoop kunnen we misschien achterhalen wat het (voorkeurs)voedsel is van de Dreissena mosselen.
Ik heb ook wel bekeken of Dreissena’s blauwalgen eten, maar deze werden wel gevangen, maar wel weer uitgespuugd.
Wat hebben we verzameld aan data?
We hebben het planktonnet , fosfaatmeter, multimeter en temperatuurlogger goed gebruikt en ze zullen tot in lengte van jaren gebruikt gaan worden.
Misschien ten overvloede. Wat doet het fosfaatgehalte, Geleidbaarheid, PH op verschillende dieptes ten opzichte van het waterniveau.
Dat is in de onderstaande grafiek te zien. Vanaf half juli kruipt het fosfaatgehalte op 14 meter diepte snel op, maar de Geleidbaarheid (zoutgehalte) blijft vrijwel gelijk. Het maximale verschil in waterniveau was 26 cm. Het maximale verschil in geleidbaarheid was 0,196 mS. Is dat een significant verband? Ik vind dat moeilijk te zeggen, maar wat wel als een blok staat is het feit dat als de spronglaag verdwijnt, het fosfaatgehalte als een kaartenhuis in elkaar zakt op 14 meter diepte. De spronglaag is dus ook een chemische barrière, want als die verdwijnt, mengt het water zich weer en wordt het zeg maar verdund. Het fosfaatgehalte stijgt dan weer op 5 meter diepte. Fosfaatgehalte aan het oppervlakte is erg hoog. Afbraak van organisch materiaal en regenwater met een hoog fosfaatgehalte zijn daar mogelijk debet aan. Deze bevindingen zijn waarschijnlijk dagelijkse kost voor de waterbeheerders , maar het wel erg leerzaam om hier zelf achter te komen.
Verder hebben we geen kranswieren gezien.
Blijkt dat er bepaalde organismen voor een korte tijd dominant zijn.
Hierboven nog de temperatuurgrafiek van de datalogger.
Kunnen we conclusies trekken van dit jaar? Ik ben echt van mening dat een watercirculatiesysteem de plas sneller kan laten herstellen en de bloei van blauwalgen kan remmen. Dat gezegd hebbende, weet ik van Rijnland, dat er geen budget is om een systeem te plaatsen. Wie weet kunnen we het op een andere manier realiseren.
Verschillen in dominante microflora en fauna was ook heel goed te zien op 1 meter diepte. Dit is ook zo leuk om te ontdekken.
18-07-2019 – Nassula + Carchesium sp. (wimperdiertjes)
26-07-2019 – Dolichospermum 3 soorten (Blauwalg)
11-08-2019 – Spirogyra en Cladophora (sier en groenalg))
18-08-2019 – Ceratium (Dinoflagellaten) en Spirogyra (sieralg)
28-08-2019 – Dolichospermum crassum (blauwalg) en Ceratium (dinoflagellaat)
07-09-2019 – Dolichospermum
22-09-2019 – Microcystis (Blauwalg), Keratella (raderdiertje) , Pandorina (Groenalg)
28-09-2019 – Ceratium (Raderdiertje), Pandorina (groenalg), Microcystis (Blauwalg)
13-10-2019 – Microcystis soorten (Blauwalg)
27-10-2019 – Microcystis soorten (Blauwalg) , Fragillaria (kiezelwier), Pandorina (Groenalg)
17-11-2019 – Microcystis soorten (Blauwalg) , Fragillaria (kiezelwier)
15-12-2019 – Fragillaria (Kiezelwier) en (Daphnia) watervlooien (veel ontlasting)
22-12-2019 – Watervlo ontlasting.
Wat gaan we in 2020 doen?
We gaan door met het nemen van de metingen die we nu ook al doen, om te kijken of 2020 gaat afwijken van de 2019. Komen dezelfde organismen voor in dezelfde periode.Hoe meer we zien, des te meer vragen het oproept…dat wel.
Dank aan dit superteam!
Een project kan niet bestaan zonder een team wat achter je staat. Deze mannen hebben geholpen de metingen te verrichten.
Manuel, Jeroen, Robin, Koos, Bart en Dick. Bedankt voor jullie inzet!
Fijne jaarwisseling allemaal en een grandioos 2020 gewenst!