2021-10-13 De diepte weer eens in

Het was tijd voor een avondduik met Jeroen. Ik twijfelde nog of we het transect nog een keer zouden nalopen of dat we een nieuw transect zouden gaan doen.
De keus viel uiteindelijk om de meetpunten te fotograferen en daarna zouden we wel zien.
We zwommen naar het zeilbootwrak. De Sale zit vol jonge mosselen en er zitten behoorlijke grote zoetwatersponzen op.
Voor het eerst sinds de Sale is afgezonken op 05-07-2017 waren er jonge mosselen te zien vanaf 31-08-2021 op de bolder/kikker.
Vandaag zagen we dat ie helemaal was begroeid.

Op het blok klei met het gat zitten aan de onderzijde prachtige sponzen.
Wat echter opvalt is dat de ene spons er anders uitziet dan de andere die er vlak naast zit. De spons met de gelige bolletjes zijn overwinteringsbolletjes (gemmulae).
Dat is wel bijzonder, omdat deze sponzen binnen een meter van elkaar zitten en op dezelfde zijde van het kleiblok. Dus waarom maakt de ene al overwinteringsbolletjes aan en de andere niet? Geen flauw idee.

Van daaruit steken we af via de kabelhaspel naar meetpunt MP4. Jeroen spot een een stuk vislijn met kunstaas en lood en rolt deze op en neemt het mee.
Het valt ook op dat de watermijten die we tijdens de transectmeting op 10 oktober alleen rond de 9 meter zagen, nu ook op andere dieptes zitten.
Bij MP4 aangekomen (Het kwadrant op circa 8 meter diepte) zien we dat deze nu ook begroeit is met jonge mosselen. Sinds de plaatsing op juli 2018 heeft er geen mossel op gezeten. Dit jaar dus ook voor het eerst.

Daarna beslissen we om even de diepte op te zoeken, want hoe ziet het er daar uit?
Vanaf 12 meter diepte komen we pas (jonge) vissen tegen en dat is ook opmerkelijk. Waarom zitten ze niet ondieper? Het duurt even voordat we de diepte van 19 meter bereiken en ook daar komen we vis tegen. Ik neem snel een beetje bodemmonster mee, want ik ben héél benieuwd wat we daarin gaan aantreffen.
Dan wordt het tijd om terug te keren. Ook op de terugweg zien we dat er dus boven de 12 meter echt geen vis meer zit.

Via de 6 meter zwemmen we langs de Noorzijde terug en zien ook kokertjes met stukjes schelp en het zijn kleine gebiedjes waarin de concentratie van deze kokertje wat hoger liggen. Wat er precies in zit heb ik nog niet kunnen achterhalen.

Qua waterplanten zijn het verspreide fonteinkruiden, waarbij alleen de lage grasachtige planten kleine veldjes vormen.
Het is duidelijk dat de aanwas van jonge mosselen op grote schaal plaatsvindt.

Het was een heerlijke duik met koffie en bananenbrood na. Dankje Wilma!

Wat zit er dan in het diepe bodemmonstertje?
Prachtige levende kiezelwieren (diatomeeën) met kleurige bolletjes lipiden (vetachtige stoffen). Diezelfde lipiden kom je trouwens ook tegen in roeipootkreeftjes.
Als je dacht dat blauwalgen waren verdwenen, dan heb je het mis. Ten eerste zijn ze nog steeds in de waterkolom te zien en de zogenaamde overlevingscellen (Akineten) kun je dus ook terugvinden in het sediment. Dan is het weer interessant om dat volgend jaar te gaan bemonsteren en te kijken of deze cellen over een paar maanden nog steeds te vinden zijn.
We zien ook langwerpige strengen. Eentje daarvan is een lange glasachtige draad met donkere gegroepeerde bolletjes. Dat is een Beggiatoa (zwavelminnende) bacterie en glijdt door het beeld. Dat ze zich kunnen verplaatsen heet “motiel”. De andere heeft een soort langwerpige ruggengraatstructuur zonder celkernen. Ik vermoed dat het pseudoanabaena soort is.
TEKST GAAT VERDER ONDER DIT BLOK.


Het is dus altijd weer een verrassing wat je aantreft in een bodemmonster. Verrassing is des te groter als je een potje even laat staan. Ruim een week later bekijk ik het potje weer en zie dat er gangenstelsels zijn gevormd met korte buizen die boven het sediment uitsteken.
Dat verdiend even een nader onderzoekje. Wat vormt dan toch deze gangenstelsels?
Let wel, dat dit monster dus van 19 meter diepte komt.
Ik schenk het potje met blubberig sediment voorzichtig uit in een wit kunststof bakje. Aan de wand van het potje blijft een wat slijmerig kloddertje hangen. HET BEWEEGT! Met een pipet water spoel ik een rode dansmuglarve uit de klodder. Deze larven zijn uitermate geschikt visvoer en dat verklaart misschien het feit dat de vissen zo diep zitten! Het larfje wordt onrustig. Logisch als je naakt onder een felle lamp ligt. Zodra ik de larve een beetje sediment geef kronkelt het zich eromheen. De larve gaat weer terug in het bakje sediment.
Dan schiet er een volgende vraag in het hoofd. Deze muggenlarven overbruggen dus in dit geval een diepte van 19 meter om uiteindelijk aan het oppervlak te komen of zijn deze verdoemd niet verder te komen als larve of pop?

Eens kijken of er op internet iets te vinden is. Dan blijkt een levenscyclus van ei tot volwassen stadium wel een jaar kan duren. WSU Chironomid midges
Het is maar één bron en er zijn er vast heel veel meer, maar het is voor nu even voldoende info.
Tijdens het korte zoektochtje naar levenscyclusplaatjes, kom ik een plaatje tegen met een interessante tekst.
Effects of bioirrigation of non-biting midges (Diptera: Chironomidae) on lake sediment respiration

EUREKA momentje.

We hebben in het sediment een opslag van fosfaten die vrijkomen bij zuurstofloosheid. Fosfaten worden gefixeerd door ijzer in de bodem indien er voldoende zuurstof aanwezig is.
Door het mengen van het water met het mengsysteem wordt zuurstofrijk water naar diepte gebracht en die dansmuglarven zouden het zuurstof verder de bodem in kunnen brengen via de gangenstelsels.
Nu komt er op bepaalde plaatsen in de plas ook zuurstofloos grondwater omhoog vanuit de bodem. Hoe beter en dieper de menging is, des te beter fosfaat gefixeerd wordt/blijft en de dansmuglarven kunnen dat fixeren van fosfaat verbeteren. Buiten het zwemseizoen volstaat natuurlijke menging, omdat er geen spronglagen meer zijn. In het zwemseizoen blijft mechanische menging dus broodnodig om spronglagen te minimaliseren en zo zuurstofloze lagen te voorkomen.
De mechanische menging kwam dit jaar tot een meter of 18 diep. Het oude mengsysteem kwam niet dieper dan 15 á 16 meter. Dus nee, het oude systeem was in dat opzicht niet beter. Weersomstandigheden zijn met de jaren ook extremer geworden en dat speelt mogelijk ook een rol bij blauwalgen. Dat patroon wordt onder andere ook in Amerika gezien.

Zo zie je dat een bodemmonster vragen kan oproepen en tot iets interessants kunnen leiden.