Momenteel lijkt het vanaf de kant best helder en dat is ook niet zo vreemd als het verticale doorzicht maar liefst 3,60 meter is gemeten met de Secchi schijf. Eenmaal onderwater is het horizontale zicht beperkt tot 1 á 2 meter.
Bart en ik wisten van te voren dat het zicht niet al te best zou zijn, maar we zijn toch erg benieuwd hoe het er onderwater uitziet.
Aan de oppervlakte zie je (als je goed kijkt) verspreid drijvende blauwalg koloniën. We zitten aan de kant van het Paviljoen bij het strandje. Bart was gisteren nog wezen kijken en aan de Zuidoostkant lagen wel wat plekken met drijflagen. Tussen het riet zul je hier en daar felgroene smurrie aantreffen, maar geen grote plekken op het water zoals dat vorig jaar wel het geval was. Toen stonk het ook vreselijk en zover mijn neus kan registreren, ruik je nu niet of nauwelijks iets. Het is qua blauwalg binnen de norm gebleven, maar op zwemwater.nl staat wel dat half september de waarden van Intestinale interococcen (poep) met 540 n/dl de maximale waarde van 400 n/dl overschreed.
Wat de meeste mensen niet beseffen is dat er nu een enorme algenbloei gaande is die het water een beetje bruingeel kleurt en het zicht beperkt. Het is soms net alsof je door matglas kijkt.
Nee geen blauwalg, maar een kiezelwier Aulacoseira. Welke soort het dan precies is weet ik niet.
De duik
Het wordt tijd om te duiken. Onderwater zie je veel vlokjes van blauwalgen, maar wat echt opvalt is dat het water wat bruingeel is. We hebben de scooter mee en gaan op lage snelheid naar de meetpaal, want het zicht is echt beperkt. Op 3 meter is een zoetwaterspons aan het afsterven,
Je ziet op de foto een witte plek, maar daarin kun je de kleine gele bolletjes (Gemmulae) zien. Als een spons dreigt af te gaan sterven, produceert het deze bolletjes, waaruit in de juiste omstandigheden weer nieuwe sponzen gaan groeien. Ook groeit er een donkerpaarsgroene alg (Oscillatoria) bij. Bart doet de zichtmetingen en daar is ie snel mee klaar, want het is niet meer dan 1 a 2 meter. We nemen ook een watermonster op 5 meter en werken ook het station op 6 en 9 meter af. Op 14 meter nemen we nog een watermonster. Daarna scooteren we op 150 graden uit richting de put. Onderweg zien we veel jonge vissen in kleine schooltjes. In de put op 18 meter is de temperatuur ook 20 graden en ook daar neem ik een watermonster met een beetje sediment erbij. Dat is altijd leuk om te kijken wat daar microscopisch in zit.
Tijdens het zigzaggen over de bodem komen we zowaar een meervalletje tegen. Het is niet de grootste, maar wel een leuk exemplaar.
Verder nog een paling en ook grotere baarzen in scholen schieten ons voorbij. Na nog wat zigzaggen komen we de slang tegen met de bruiskoppen. Die zijn aan de zijkanten begroeit met kleine buisjes, van een nog onbekende beestje. Ik had alleen geen potjes meer.
Verder scooteren we richting Noordzijde en we moeten onderweg echt de blokken klei ontwijken ondanks dat we op lage snelheid scooteren.
Op zoek naar het kwadrant MP4 is even zoeken, maar we kunnen ‘m evengoed vinden. Het is al aardig verborgen onder het sediment.
Richting de zeilboot zien we tijdens het scooteren bruine grote vlokken in het water.
Bij het bezoek aan het zeilbootwrak zien we veel jonge visjes schuilen in de kajuit. Ook hier zien we veel buisjes van fijne modder. De boot is bedekt onder mosselen. Sponsen hebben nauwelijks kans om te groeien, maar toch groeit er een mooi exemplaar bij de ingang van de kajuit.
Na het nemen van de foto’s beëindigen we de duik na 77 minuten.
Daarna nog een planktonmonster genomen en in het net zat een dikke bruine prop algen.
Het is duidelijk dat we een algenbloei hebben welke op de bodem ligt, in de waterkolom zweeft en objecten bedenkt.
Ondanks het slechte zicht toch een topduik gehad.
Dankje Bart!