De temperaturen stijgen en dan gebeurd er wel wat onder water.
Hadden we op 22 maart tot 8 meter diepte met een bruine soep van krap een meter zicht te maken. In het planktonmonster vond ik wat grote raderdiertjes, watervlooien en roeipootkreeftjes, maar ook niet echt veel bijzonders.
De week daarna op 4 April trok het zicht al weer een beetje bij en had ik een verticaal zicht van 3,70 meter, maar er hing nog wel een witte waas in het water voor zover ik dat snorkelend kon zien.
Het planktonmonster van die dag zat tjokvol raderdiertjes en dat zijn onder andere bacterievreters. Ook zien we nog de bruine aanslag op stenen en allerlei harde objecten onder water. Jawel de kiezelwieren zijn er weer. Er zat ook een bijzondere goudalg in het water!
Een Chrysophyta en die had ik voor zover ik weet niet eerder gezien.
Google Lens herkende het wel direct en zodoende weet ik de naam.
Het woensdagavond 12 april en Jeroen wilde weten of de kerstbomen al versiert zouden zijn met baarseieren.
Jeroen, Manuel, Goran , Dick en ik zijn er allemaal met onderwaterscooter om een zogenaamde stijgval te plaatsen.
Dat is niks meer dat een PET-fles van een liter, waarvan ik de bodem eraf heb gezaagd. Die zetten we op een pvc buis met de onderkant van de fles vlak boven de bodem. Jeroen vraagt zich af of die fles niet gaat drijven. Tja dat zou zo maar kunnen. Dus, met een priem druk ik een gat in de zijkant van de fles en ook in de pvc buis. Dat gaat erg makkelijk een een tie-rapje door het gat van de fles en de buis, zorgt ervoor dat ie vast zit. Het is een McGyver oplossing, maar ja, het werkt.
Ik leg even kort het plan uit als we met z’n allen in het water staan en Jeroen zegt al heel vlot, “Wat een zicht joh!”
In het week tijd is de plas helder gevreten en hebben we ineens een verticaal doorzicht van 7,75 meter! In het planktonmonster wemelt het van de roeipootkreeftjes en watervlooien met eitjes, maar ook hele jonge watervlooitjes. Raderdiertjes zitten er niet meer in!
Hebben we voor het plaatsen persé een scooter nodig? Nee niet echt, maar het is zo leuk en je ziet zoveel meer.
We gaan eerst naar de kerstbomen, waar alleen en mooie snoek, mooi ligt te wezen, maar geen baarseieren. Ook in de kabelhaspel hangt niks.
De pvcbuis met fles zit vast op de scooter door het elastiek en zo brommeren we verder.
We zijn al snel op de plek waar ik de stijgval wil plaatsen op 12 meter diepte. Dat was een diepte waar ik nog redelijk groene blauwalg koloniën kon vinden. Het plaatsen is een fluitje van een cent. Op de fles zit een sticker van Project Baseline en ik hoop dat mensen deze fles / stijgval laten staan.
Deze blijven tot ongeveer half augustus staan, want we gaan er nog meer plaatsen.
Wat was ook alweer het doel?
In het sediment (bodem) zitten soms nog goed uitziende blauwalg koloniën. Die zouden in principe uit het sediment los kunnen komen bij een bepaalde temperatuur, waarvan gezegd wordt dat dat tussen de 12 en 15 graden Celsius kan zijn.
Eind april gaat ook de plas weer gemengd worden dus bovenin is het nu iets van 11 Celsius en op 18 meter diepte is het 7 Celsius.
Wanneer en/of komen überhaupt die koloniën los uit de bodem? Bij het starten van de beluchting zal de bodem even verstoord worden en daarmee zouden ook de koloniën los kunnen komen. Maar ja zijn die koloniën wel levensvatbaar om naar de oppervlakte te komen en daar zich dan te vermeningvuldigen. Ja ook met het mengen van de plas, bestaat de kans dat blauwalgen zich ontwikkelen, zei het in mindere mate. Je kunt echter in de windluwe en ondieptes en achter het riet altijd wel wat drijflagen tegenkomen.
We moeten het allemaal gaan zien hoe het zich dit jaar ontwikkeld.
Het is echt een feest om zo’n goed zicht te hebben en we duiken de put in, waar je eigenlijk zonder lamp, meer ziet dan met.
Manuel ziet nog een snoekbaars, maar afgezien van een tweede snoek en een verdwaalde baars bijna aan het einde van de duik, zien we geen vis.
De bodem in de put begint te verkleuren en dat zou kunnen betekenen dat het zuurstofloze periode zo zachtjes aan begint, tot het moment dat er weer gestart wordt met mengen en dat zou met twee weken moeten gebeuren.
Vanuit de put gaan we naar het monument en die is echt helemaal begroeit met mosseltjes. Op de gedenkplaat beginnen zoetwatersponzen te groeien! de plaat heb ik weer wat schoongeveegd om de sponzen heen. Die laten we lekker zitten.
Nog even een vislijn verwijderd en dan op naar de instap, maar niet voordat ik nog foto’s maak van het wrak, wat een vast station is met 5 fotopunten. Dick schijnt met zijn lamp bij. Jeroen maakt op een gegeven moment een gebaar (bakkie koffie!) Met gierende banden naar de kant!
Het was een superduik en het blijft een wonderlijke plas als je bedenkt hoe snel het plankton zich aanpast aan de situatie