2021-03-27 Bruine drap & installatie nieuw mengsysteem!

Gemeten op diepte (mtr)Secchi zicht horizontaal (mtr)Temp (C)Secchi zicht verticaal (mtr)
07,51,75
3
6
9

Asterionellabloei
Elk jaar rond eind maart, begin april kun je de sterren kijken. In plaats van een telescoop heb je echter een microscoop nodig om ze te zien. Het zicht was bij de vorige duik al niet bijzonder, maar als ik met mijn droogpak en snorkel het water in stap, ziet het er nog steeds wazig uit. Eerst zwem ik naar het Paviljoen om het waterpeil te meten en een zichtmeting te doen. Waterpeil is nu 11 cm onder de rand en dat vertaald zich naar -5,47 NAP. (Naast de T-steiger bij Papa’s Beach House staat een NAP peilstok trouwens). Daar wordt trouwens ook water uit de vijver erachter de plas ingepompt. Bij het laten zakken van de Secchischijf is ie van de ene op de andere centimeter weg. Als ik weer een wit schijnsel zie van de schijf meet ik 1,75 meter. Daarna leg ik de Secchischijf even weg, neem een openwatermonster die er op zich helder uitziet.
Vervolgens sleep ik het planktonnet achter mij aan richting de oever. Eenmaal bij de kant hangt er een bruine drap onderin het planktonnet. Als ik de vangst geleegd heb in het monsterpotje kleurt het roodbruin. Wat een verschil met het openwatermonster zeg! Monster zit ook weer barstensvol met roeipootkreeftjes en watervlooien.
Asterionella is een kiezelwier dat in het potje vrij snel naar de bodem zakt en als ik het in een groter bakje doe gebeurt natuurlijk het zelfde.
Wat dan weer leuk is dat deze kiezelwieren zuurstof produceren en dat kun je simpel zien. Nadat ik het bakje in de vensterbank in de zon zet beginnen zich zuurstofbelletjes te vormen!
Er zitten ook andere soorten in het planktonmonster, waaronder perfect ronde schoteltjes. Die op de foto linksonder is een skeletje van vermoedelijk Cyclotella.
In het fotoboek hierboven zitten twee filmpjes.


Installatie mengsysteem in volle gang.

Vorig jaar 2020, werd er eindelijk beslist dat er een nieuw mengsysteem in de Bosplas zou moeten komen en dat deze 2021 in bedrijf moest worden genomen. De vier beluchtingspontons die van 1999 t/m 2012 werkzaam waren, waren compleet afgeschreven en werkten niet meer volledig. De compressoren die de lucht door het slangensysteem naar de pontons pompte, vielen steeds regelmatiger uit. Nu is een mengsysteem een grote investering, maar wat zou er nu gebeuren als er niet belucht zou worden? Een antwoord die de meeste mensen al konden voorspellen inclusief mijzelf.
In 2013 startte men een pilotperiode om te kijken wat er zou gebeuren als de plas niet meer gemengd zou worden. De pompen werden nog wel standby gehouden ondanks hun deplorabele toestand.
Dit was voor ons een perfecte situatie om het verloop te gaan monitoren natuurlijk, hoewel we hier wel tegenop zagen.
Wat er in de jaren gebeurde heb ik hieronder even kort opgesomd.

2011 Geen Blauwalg , Pompen hele zwemseizoen van 1 mei t/m 1 oktober actief.
2012 Geen Blauwalg , Wel plaatselijke kleine drijflaagjes aan de Noordzijde pompen wisselend aan/uit.
2013 Geen Blauwalg, maar op het randje en voor het eerst zonder beluchting/menging.
2014 Blauwalg waarschuwing 31-07-14  Pompen worden begin augustus aangezet om de bloei te onderdrukken.
2015 Geen Blauwalg op een paar kleine hoekjes met drijflagen na, Pompen hebben hele seizoen zei het met veel storingen gedraaid op slechts 2-3 pontons.
2016 Blauwalg waarschuwing 31-08 (Pontons ontmanteld  april/mei)
2017 Blauwalg waarschuwing 22-09 duurde tot 1 oktober (Einde zwemseizoen en zwemwater.nl metingen). 
2018 Blauwalg waarschuwing 03-08. Waterstofperoxide behandeling 16-08, na 2 weken komen de blauwalgen weer terug, maar geen drijflagen meer.
2019 Negatief zwemadvies 30-07 duurde tot 1 oktober (Einde zwemseizoen en zwemwater.nl metingen)
2020 Blauwalg waarschuwing 30-07 duurde tot 1 oktober (Einde zwemseizoen en zwemwater.nl metingen)

Snelle conclusie:
Daaruit kon je min of meer uit opmaken, dat in 2015 de blauwalgbloei zichtbaar werd geremd, waarbij het hele zwemseizoen met vallen en opstaan is belucht.
Na het ontmantelen van de pontons in 2016 is het er allemaal niet beter op geworden. Laten we ook niet vergeten dat de zomers ook intenser zijn geworden.
Sinds 2016 zijn de laatste van de vijf kranswiersoorten die we destijds konden vinden, verdwenen en al eerder was de kleine modderkruiper niet meer in de plas te zien, terwijl deze gelukkig nog wel in het kleine vijvertje werd gevonden tijdens een slootjesdag.
Opmerkelijk was ook dat we in 2013 en 2014 geen zoetwaterkwallen meer zagen en in 2015 (met menging) wel. Daarna hebben we ze nooit meer gezien.

Nieuwsgierigheid
Nu rijst de vraag, gaan we de zoetwaterkwal, kranswieren, kleine modderkruiper, en grote zwevende plukken met algen weer terugkrijgen met de nieuwe beluchting?

Nieuw systeem
In plaats van vier pontons waaronder een soort bruisplaat op 5 meter diepte hing, worden er nu totaal 50 zogenaamde “diffusors” geplaatst. Het zijn eigenlijk een soort douchekoppen die aangesloten worden over slangen die over de bodem lopen. Deze diffusors worden onder andere verdeeld over de lengte as van de plas en op andere strategische plaatsen, zodat er geen dode gebieden kunnen ontstaan. Dit systeem is energiezuiniger en vele malen efficiënter dan het oude systeem. Bij het opstarten wat normaal gesproken op 1 mei zal gebeuren, zal de bodem even omgewoeld worden omdat de diffusors deels op de bodem liggen en zich moeten oprichten. Ze zitten geloof ik op een soort steel. Daarna verwacht ik dat ik dat dat stabiliseert.
Bij het oude systeem ging het mengen niet dieper dan 16 meter, terwijl het nieuwe systeem vanaf 20 meter diep zal gaan werken.
Dus het nieuwe systeem is niet meer zichtbaar voor de recreant, maar men zou het wel kleine luchtbelletjes kunnen zien opkomen. Het water zal misschien wat langer nodig hebben om op te warmen, omdat het nu de volledige inhoud van de plas moet worden opgewarmd in plaats van alleen de toplaag.

Wat is het effect van het nieuwe systeem?
Blauwalgen die in de Bosplas voorkomen hebben zonlicht nodig om in de waterkolom te zakken. De meest en langst voorkomende blauwalg Microcystis maakt door zonlicht en fotosynthese, koolhydraten aan, waardoor ze zwaarder worden. (Modelling vertical migration of the cyanobacterium Microcystis (P.M. Visser, J. Passarge, L.R. Mur)
Dat klinkt raar natuurlijk, maar blauwalgen zoals Microcystis kunnen naar diepere lagen migreren om in ideale omstandigheden te kunnen verkeren en naar waarschijnlijkheid voedingstoffen zoals fosfaten op te nemen. In de afgelopen jaren zagen we dat de spronglaag op 8 meter een soort natuurlijke barrière was,
Sommige blauwalgen zakten er evengoed doorheen hoor.
In de onderste spronglaag liep het fosfaatgehalte op. Op 5 meter diepte was dat fosfaat gehalte stukken lager en kon wel 1,5 Mg/L verschillen.
Fosfaten zijn in de bodem opgenomen, maar als de onderste waterlagen zuurstofloos worden, komen die fosfaten in een goed opneembare vorm vrij en daar maken blauwalgen dan dankbaar gebruik van. (Artikel) Als de koolhydraten van die blauwalgen dan weer opraken, stijgen de blauwalgen weer. Het was vorig jaar trouwens zo dat de bloei van blauwalgen aan het oppervlak zo toenam, dat het fosfaatgehalte aan het oppervlak zelfs het nulpunt haalde en gedurende augustus en september zo bleef. Er was toen ook een negatief zwemadvies en het water zag er ronduit smerig uit.
Die keer dat we gedoken hadden rook het watermonster van 14 meter diepte dan ook naar riool en dat zegt wel genoeg.

Het mengen met bellen zorgt ervoor dat de natuurlijke verticale op en neer beweging (migratie) van blauwalgen wordt verstoord en dat de bodem wordt voorzien van zuurstofrijk water. Daarmee kunnen er ook geen spronglagen meer ontstaan. Blauwalgen krijgen dus per dag minder zonlicht en vermeerdern minder snel. Omdat er ijzer in de bodem zit, worden fosfaten onder toevoer van zuurstofrijk water langer gebonden en komt niet beschikbaar tot een zeker punt.
Het is namelijk ook belangrijk dat er zo min mogelijk fosfaat en stikstof wordt toegevoerd via externe bronnen. De boezem van de Geniedijk bevat fosfaat en stikstofrijk water, wat wordt ingelaten indien het waterniveau van de plas te ver daalt. Het waterpeil speelt een belangrijke rol in de erosie van de oevers en naar zeggen het voorkomen van de instroming van zout kwelwater.
Mengen heeft mijn inziens nog een voordeel en dat is dat het afbraakproces van afgestorven algen op de bodem nu sneller en beter worden afgebroken in een zuurstofrijke omgeving dat in een zuurstofloze omgeving. Die zuurstofloosheid was goed zichtbaar in de vorm van witte aanslag op de bodem die door anaerobe bacteriën (zoals Beggiatoa) worden gevormd en zoals ik al eerder aangaf…je kon het ruiken ook.

Ik heb goede hoop dat dit jaar de cyclus van blauwalgen wordt doorbroken en dat de plas eindelijk een kans krijgt om over meerdere jaren te herstellen. We gaan dat nauwlettend in de gaten houden.