2020-10-03 Bosplas is te groen

WeerBewolkt
DuikersBart, Jeroen, Axel
DoelMetingen doen en foto’s maken
Duur55 min
Temp lucht13
Temp water oppervlak18
Temp water minimum 9
FaunaJonge baarzen, pos,
Flora
PlanktonMicrocystis, Daphnia, wimperdieren, klokdieren
Spronglaag8 meter

ZICHTMETING

Gemeten op diepte (mtr)Secchi zicht horizontaal (mtr)Temp (C)Secchi zicht verticaal (mtr)
0180,9
31,116
61,515
92,99,5

CHEMISCHE WAARDEN

Diepte in mtrFosfaat Mg/LEC mS/cmPH
142,58127,18
50,117888,63
0,40,067838,76

CHEMISCHE WAARDEN ONDERWATERFAUNA.NL
Deze mooie site omvat alle waarden die gemeten worden. Er zit alleen een groot verschil in de fosfaatwaarden die onderwaterfauna meet en de waarden die ik meet met het zelfde instrument Hanna Photo checker Phosphate LR. (Low range)

  1. LOGBOEK
  2. FOTO’S VAN DEZE DUIK
  3. FOTO’S STATIONS

Zwemadvies positief / negatief
Het officiële zwemseizoen loopt van 1 mei t/m 1 oktober.
In die periode wordt het zwemwater in de regel één keer per twee weken gemeten.
Dit is wat zwemwater.nl aangeeft:
Buiten het badseizoen (tussen 1 oktober en 1 mei) wordt het zwemwater niet onderzocht of gecontroleerd. Als u buiten het seizoen het water in gaat, moet u zelf bepalen of dit verantwoord is!
Als je op zwemwater.nl bekijkt bij de Haarlemmermeerse bosplas Zuidstrand.
Dan zegt het: “Recente controle in orde“. Het zou beter zijn om te zeggen:
“Geen controle na 1 oktober”.
Na 1 oktober worden alle zwemwaterlocaties standaard op status groen gezet.
Niet alleen de status van de Bosplas is groen, ook het water is nogal groen.

Is het verantwoord?
Tja, als je dan de situatie bekijkt dan zou ik er niet in mijn zwembroek in willen zwemmen. Nu kun je je afvragen wie het nu in z’n hoofd haalt in deze periode te gaan duiken of zelfs te zwemmen. Nou er zijn koudwaterzwemmers die gerust zouden gaan zwemmen. Maar er zijn ook mensen met honden en die honden zwemmen ook graag in het water en drinken het vaak ook nog. Als droogpakduiker is alles bedekt behalve je wangen, kin en misschien een stukje voorhoofd. Mijn ademautomaat laat ik niet in het water hangen om te voorkomen dat ik wat rommel binnen krijg.
Blauwalgen die in de bosplas voorkomen kunnen irritaties aan de huid en ogen geven en maag- en darmklachten indien je water binnenkrijgt.

Gif
Nee ik doel niet op het korte filmpje in social media. De soort blauwalg Microcystis die hier nu in grote getalen voorkomt leent z’n naam aan de gifstof: Microcystine. Nu ben ik geen toxicoloog natuurlijk, maar wat ik erover lees is dat Microcystine een verzamelnaam is voor hepatoxines (gif met effect op de lever). Er zijn slechts een aantal soorten blauwalgen die de potentie hebben om toxines (gifstoffen) te produceren en dat doen ze ook niet altijd. Er komen sowieso drie soorten blauwalg voor in de bosplas, die dat zouden kunnen. In mijn nieuwsgierigheid heb ik navraag gedaan bij het waterschap Rijnland.
“Zijn er dan geen technieken om de toxiciteit te meten?” Ja zijn zijn er, maar die zijn complex en kostbaar. Ze zijn wel met andere technieken bezig zoals bio assay en DNA. Lees hier meer over op de website van Stowa (met aan Rijnland voor deze link)

Een massale vis en/of vogelsterfte als gevolg van blauwalg heb ik echter in de Bosplas nooit gezien. Er was wel jaren geleden een massale karpersterfte geweest. Dat had dan weer een andere oorzaak, wat geloof ik een herpes virus betrof. Omdat de plas diep genoeg is zal zuurstofloosheid zich over het algemeen alleen onder de spronglaag manifesteren.
Zuurstofloosheid kan indirect wel door een blauwalgbloei worden veroorzaakt. Dat kan komen door het blokkeren van zonlicht waardoor algen en organismen afsterven en massaal neerslaan op de bodem. Tijdens dat rottingsproces wordt zuurstof verbruikt. Als de zuurstof op is, komen bacteriën in actie die geen zuurstof nodig hebben zoals Beggiatoa en dan krijg je dus die witgrijze sluiter op de bodem. Die bacteriën houden weer van zwavelverbindingen en dat geeft weer die onmiskenbare rioollucht, zoals het watermonster van 14 meter rook. Als er dan nog velden met mosselen zijn onder de spronglaag, dan worden die ook weer om zeep geholpen, waardoor het afbraakproces nog langer duurt.
Pas als de spronglaag verdwijnt, (verwachting (half november) dan kan er eindelijk weer wat zuurstof in de onderste lagen komen die het herstelproces weer kan versnellen.
Mocht je dode vissen of vogels aantreffen, meld het dan via het portaal van de gemeente onder (de oneerbiedige) categorie afval.

De duik
Dat het zicht erbarmelijk slecht zou gaan zijn, wisten we al voordat we de duik gingen maken, maar we gaan toch kijken.
Het doel is om de datalogger op te halen en metingen te verrichten mbt zicht en temperatuur en watermonsters te nemen op 5 en 14 meter diepte. We duiken onder en bwat is het zicht beroerd. We gaan steeds dieper in de hoop beter zicht te krijgen. Precies op 8 meter is een fikse spronglaag en daar stopt de blauwalg dan ook. Het zicht is alleen op bepaalde plekken redelijk, maar niet denderend. We moeten uiteindelijk opstijgen naar het oppervlak om te kijken waar we zijn, want de meetpaal is anders niet te vinden.
Op 3 meter kan ik amper een foto maken van station MP1.
Jeroen doet de zichtmeting en is snel klaar met slechts 1,1 meter.
Op 6 meter is het zicht iets beter en wat opvalt is dat er veel Microcystis zich heeft verzameld aan iets overhellende verticale vlakken. Zie onderstaande foto meetpunt MP2S.
Watermonster op 5 meter diepte bevat nwatervlooien! (Daphnia)

We zakken naar 9 meter waar het zicht een stuk beter is, maar op het houten frame van het meetpunt zijn witte sluiers te zien van een oude bekende bacterie Beggiatoa. Deze ragfijne witte draden met zwarte puntjes glijden door elkaar. Deze bacteriën komen alleen voor in zuurstofarme omstandigheden en dat zegt wel weer wat.
Op 14 meter diepte bij de paal zie ik opmerkelijk genoeg geen witte bacteriën.
Bij thuiskomst ruikt dit water van 14 myr diepte dus naar riool, terwijl het watermonster van 5 meter geurloos is.

Op en in de caddy ligt ook een witte sluier. We moeten op een gegeven moment wel naar de 7 meter diepte en precies op 8 meter diepte zien we de onderste grens van de blauwalglaag. We moeten er echter wel doorheen, anders zwemmen we de “Sale”(zeilbootwrak) voorbij. We zwemmen er uiteindelijk letterlijk tegenaan. Aha daar is ie dus.
Er zit geen zoetwaterspons meer op. Eerst probeer ik de boeg MP8 VDL (VoorDek Laag) te fotograferen, maar ik zie alleen maar vlokjes en het flauwe schijnsel van de bolder, omdat Bart er zijn lamp op schijnt. Op de opbouw liggen jonge baarzen te chillen (Foto linksboven). Kennelijk wachtende op betere tijden. Conclusie: zuurstof genoeg.
De spons die de gashendel ooit bekleedde, is verdwenen. (Foto onder )
De overhellende zijkanten van het wrak zijn bekleed met blauwalg koloniën Foto rechtsboven.

Hier valt verder weinig te beleven en mijn duiklamp kapt er mee en weetje wat? we stoppen er helemaal mee! Op de terugweg komen we nog een pos en een baars tegen.
Tja daar staan we dan in de regen op een troosteloze dag.
Wat de effecten zijn van blauwalg? De foto zegt genoeg!
De komende weken laten we de bosplas even links liggen. Er zijn genoeg andere plassen waar de omstandigheden beter zijn.
Zonder gekheid: we hebben nergens last van gehad

Jeroen en Bart weten nog niet wat de effecten van blauwalg zijn.

Ik doe nog een sleepje met het planktonnet en pak een schep water.

Eenmaal thuis ga ik weer de potjes bekijken en waarden meten. Wat opvalt is dat dit keer alle koloniën Microcystis direct naar de oppervlakte drijven. Daar kom ik dus tot de ontdekking dat het fosfaatgehalte onder de spronglaag veel te hoog is. Dat betekent dat als de spronglaag uiteindelijk gaat verdwijnen, en een bron van fosfaat vrijkomt, waar een blauwalg wel raad mee weet. Vorig jaar doken we half augustus al. Nu is het oktober en totaal niet interessant om te duiken. Daglichtperiode en watertemperatuur loopt hard terug, dus drijflagen zullen er niet meer komen. Deze blauwalgen zullen wegzakken naar de bodem, om daar te overwinteren. Het potje met blauwalg blijft ook na een paar dagen stabiel en breekt verder niet af.
Onder de microscoop zie ik tussen de koloniën Microcystis wimperdiertjes en klokdiertjes.
ik moet nog even uitzoeken welke soort dan zou kunnen zijn.

Dank aan Jeroen en Bart voor de evengoed leuke duik!