2021-05-15 Zicht loopt een stukje terug.


Qua groei komt het een beetje op gang. Fonteinkruiden komen mooi op. Het zicht is wat slechter aangezien er amper licht onder het paviljoen doorschijnt. Ik zie maar vaagjes een silhouet van een karper en dat is het. Op 3 meter hangen en lange slierten kiezelwieren die een beetje bruingroen van kleur en zijn onder de 6 meter diepte vrijwel weg. Op de paal groeit Cordylophora goed met resten van aasgarnaaltjes erin. Er zit een wat grotere aasgarnaal bij de paal op 6 meter. Bart doet de horizontale zichtmetingen en ik doe de foto’s en temperaturen en neem watermonsters van 5 en 14 mtr diepte. Die temperatuur is trouwens aardig homogeen tussen de 11 en 12 graden. Wat ik niet had verwacht zijn de witte matten Beggiatoa op de bodem en die zijn zich aan het ontwikkelen. Ook tot ver van het Paviljoen af richting de put als we op 150 graden ervan wegzwemmen. Voorbij de luchtslang zien we een prachtige paling tussen de kleiblokken liggen. Verder volgen we de Oostelijke staaldraad die nog van het oude systeem was zo de diepte in, echter verdwijnt deze onder het sediment en gaan vervolgens weer op 150 graden verder. Op de bodem op 17-18 meter liggen allemaal kleine witte wollige bolletjes van ik schat een halve centimeter Zouden het afgezette eitjes zijn die nu ten prooi vallen van bacteriĆ«n? Er blijken op de foto’s ook nog resten blauwalg te liggen. Kleine mini kratertjes van bruingeel sediment zijn ook te zien. Onder de 18 meter wordt het ineens een stuk kouder en er hangt een dikke mist. Evengoed heel veel watervlooien en dat hebben we vaker gezien. Ik neem van 20 meter een watermonster en dan blijkt dat het fosfaatgehalte twee keer zo hoog is (1,4 mg/L) dan de waarde op 14 meter. Het water is hier ook ietwat zuurder, namelijk 6,63 ipv 7,44 die ik op 14 mtr meet. Qua geleidbaarheid (EC) maakt het nauwelijks iets uit. Pal West komen we prachtige blokken klei tegen. Na het onderscheppen van de Noordelijke slang gaan Noordwaarts en zwemmen dat uit tot het punt dat de slang verschillende scherpe bochten maakt. Bart ziet wat wits liggen en het is een witte ontlasting met (naar het lijkt) een lintworm er naast. De slang gaat dan op 14 meter in Zuidoostelijke richting naar het pomphuis en daar gaan wij rechtdoor richting Noordoosten tot we ondieper komen en op de 6-7 meter lijn weer richting de instap zwemmen. De plek waar het stokje staat en waar een brede strook levende Dreissena’s zaten is nu echt helemaal compleet afgestorven. Het gat in de drum van MP7 is ook groter geworden sinds 2014. Er liggen nog wat baarseitjes over een groepje takken. Er komt her en der wat gas uit de bodem Verder geen bijzonderheden. In de planktonsleep komt weer veel Asterionella in voor en het lijkt er nu wel op dat deze kiezelwieren een groot effect hebben op het zicht. Veel groene algen. Veel roeipootkreeftjes en nog veel meer. Link naar de foto’s staan hieronder!